C2MGZN juni 2019

Page 1

CONTAMINATION CONTROL MAGAZINE | UITGAVE VAN VCCN | JAARGANG 32 | EDITIE 2-2019

C

2

MGZN

LEVENSCYCLUSGERICHT Reinigings- en desinfectieprogramma’s risico gestuurd voorschrijven MONITORINGPLAN Aseptische productie steriele geneesmiddelen opstellen op basis van risicobeoordeling ENERGIEVERBRUIK: Hoe interessant is vraaggestuurde filtratie?

WE SHARE THE KNOWLEDGE Vereniging Contamination Control Nederland

Contamination Control Magazine editie 2-2019

1


® SCIENTIFIC CREDIBILITY

Quality has its color

2

is a brand of STAXS®

Discover the DOTCH® cleanroom disposables

www.staxs.eu


Op zoek naar een partner die u kunt vertrouwen? Cleanrooms zijn hetzelfde. Laat ons uw partner zijn in contaminatie controle.

Wij bieden op maat gemaakte cleanroom oplossingen: complete huur- en was oplossingen voor beschermende kleding, schoonmaak systemen, brillen, matten en schoeisel. +31 (0)515-570 820 | www.elis.com

Your contamination control partner

Contamination Control Magazine editie 2-2019

3


V O O R W O O R D

Beste lezer, Terwijl ik dit schrijf zitten we nog in een wisselvallige lente, maar de zomer staat voor de deur. Vorig jaar zijn we enorm verwend door het aanhoudende, prachtige weer. Niet iedereen was hier blij mee, zoals bijvoorbeeld de boeren, aangezien de extreme droogte een behoorlijke invloed heeft gehad op de verdere oogst. Naar mijn weten is extreem eigenlijk nooit goed. Voor u ligt het tweede nummer van C2MGZ en deze bevat weer een viertal interessante artikelen. Het eerste en tweede artikel bevatten informatie die gedeeld werd tijdens het ISCC’18 symposium vorig jaar in Den Haag. Sommige mensen konden hier niet bij zijn. Bovendien konden de mensen die wel aanwezig waren niet iedere presentatie volgen vanwege parallelsessies. Walid El Azab neemt u mee in zijn visie op schoonmaak en desinfectie met daarin de vernieuwde Annex 1 eisen. Reinigings- en desinfectieprogramma’s als onderdeel van een levenscyclusgerichte aanpak. Het artikel van Haşim Solmaz gaat over het opstellen en implementeren van een plan van monitoring dat gebaseerd is op risk assessment.

RISICOGESTUURD REINIGEN EN DESINFECTEREN Het schoonmaken en beheersen van microbiële contaminatie is in de (bio)farmaceutische industrie en bij de productie van medische hulpmiddelen een kritiek aandachtsgebied. Goede reinigings- en desinfectieprogramma’s zijn noodzakelijk om verontreiniging, kruisbesmetting en microbiële contaminatie van producten te voorkomen.

Walid el Azab

06

Met de nieuwe Annex 1 op komst, met daarin een aangescherpte stelling met betrekking tot steriele cleanroom brillen, sluit het derde artikel hier naadloos op aan. Dit artikel, geschreven door Marianne Elboth, legt onder andere de verschillen bloot tussen het handmatig en automatisch reinigen van een cleanroom bril. De auteurs Molenaar, Loomans, Joosten, en Kort beschrijven in het laatste artikel vraaggestuurde filtratie in cleanrooms. Ik wens u veel plezier met dit nummer en hoop dat u, tegen de tijd dat het bij u op de mat valt, het in de zon kunt gaan lezen. Ik wens u allen alvast een prettige zomer. Hartelijke groet, Arthur Lettinga

REINIGING EN DESINFECTIE CLEANROOMBRILLEN De Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) wijst erop dat de gebruikte reinigings- en desinfectieprocedure voor cleanroom brillen in aseptische cleanrooms mogelijk niet voldoende bescherming biedt tegen contaminatie. De regulerende overheidsinstantie eist gedocumenteerde valideringsonderzoeken die effectieve en reproduceerbare procedures opleveren.

Marianne Elboth

4

18


INHOUD 04

26

RISICOGESTUURD VOORSCHRIJVEN Reinigings- en desinfectieprogramma’s als onderdeel van een levenscyclusgerichte aanpak STOFFY & BEESY Stoffy en Beesy maken zich op voor een lekkere warme zomer MONITORINGPLAN Opstellen, implementeren en handhaven op basis van risicobeoordeling CLEANROOM BRILLEN FDA verlangt documentatie van het sterilisatieen reinigingsproces FILTRATIE & ENERGIEVERBRUIK Hoe interessant is vraaggestuurde filtratie voor het energieverbruik? CURSUS UITGELICHT Cleanroom Product Reiniging (CPR)

28

AGENDA Data symposia en cursussen

28

NIEUWE LEDEN Nieuwe bedrijfsleden

06 13 14 18

MONITORINGPLAN OP BASIS VAN RISICOBEOORDELING Voor schone ruimten die gebruikt worden voor de aseptische productie van steriele geneesmiddelen gelden standaarden en richtlijnen die ervoor moeten zorgen dat de kwaliteit van de producten goed is, en de risico’s van deeltjescontaminatie en microbiologische contaminatie geminimaliseerd worden.

Ha şim Solmaz

22

14

VOORWOORD Voorwoord door Arthur Lettinga

29 30

CONTAMINATION CONTROL IN DE ZORG 9 oktober: symposium en bedrijvenmarkt contamination control in de gezondheidszorg COLOFON Redactieleden en contactgegevens

FILTRATIE & ENERGIEVERBRUIK De noodzaak van grote debieten in cleanrooms is mede afhankelijk van het gebruik en de tijdsduur. Resultaat is dat -bijvoorbeeld- een GMP B ruimte tot meer dan 25 keer meer energie gebruikt dan een niet-geclassificeerde ruimte. De vraag is of het gehanteerde ventilatievoud daarbij representatief is.

Paul Molenaar, Marcel Loomans, Paul Joosten, H.S.M. Kort

22 Contamination Control Magazine editie 2-2019

5


RISICOGESTUURD Reinigings- en desinfectieprogramma’s als onderdeel van een levenscyclusgerichte aanpak: niet willekeurig voorschrijven, maar risicogestuurd. Walid el Azab

6


Als

desinfectiemiddelen worden ingezet,

Het schoonmaken en beheersen van microbiële contaminatie is in de (bio)farmaceutische industrie en bij de productie van medische hulpmiddelen een kritiek aandachtsgebied. Goede reinigings- en desinfectieprogramma’s zijn noodzakelijk om verontreiniging, kruisbesmetting en microbiële contaminatie van producten te voorkomen. Daarom moeten de keuze van en het aantal gebruikte desinfectiemiddelen, de toepassingsfrequentie en de rotatie van (één of meer) desinfectiemiddelen in combinatie met de inzet van een sporicide wetenschappelijk onderbouwd worden door een formele microbiële risicoanalyse (MRA). De MRA en het gekozen reinigings- en desinfectieprogramma moeten onderbouwd worden door een periodieke controle van de betreffende gegevens uit de omgevingsmonitoring (EM, environmental monitoring), en er dienen regelmatig audits uitgevoerd te worden op de reinigings- en desinfectieprogramma’s. Ontoereikende reinigings- en desinfectieprogramma’s leiden tot significante risico’s voor de patiëntveiligheid, financiële schade voor het bedrijf en het terugroepen van producten (1-5). Herhaalde microbiële contaminatie ontstaat meestal doordat de reinigings- en desinfectieprocedures ontoereikend zijn en geen doeltreffend onderzoek naar de onderliggende oorzaken wordt gedaan. Het onder controle houden van de microbiologische contaminatie en het doen van onderzoek naar de onderliggende oorzaken (zie CFR211.113 a en b, en CFR211.192) staan in de top 10 van tekortkomingen die de FDA sinds 2012 het vaakst heeft vastgesteld (6). In Europa is de situatie vergelijkbaar; dit blijkt uit de tekortkomingen die het Britse MHRA (Medicines Healthcare products Regulation Agency) in de afgelopen tijd heeft vastgesteld, en de meldingen van niet-naleving die Europese inspecteurs in de afgelopen tijd hebben afgegeven (7-9).

soorten te

Het doel van dit artikel is om eerst de diverse eisen van de regelgeving en de richtlijnen met betrekking tot het roteren van desinfectiemiddelen te beschrijven. Ten tweede wordt in dit artikel een antwoord geformuleerd op de vraag “Zijn rotatie van meer dan één desinfectiemiddel en de inzet van een sporicide noodzakelijk om cGMP-compliance te bereiken?” Om deze vraag volledig te kunnen beantwoorden, wordt het proces waarlangs het aantal desinfectiemiddelen wordt bepaald (één of meerdere) besproken. Tot slot wordt in dit artikel bevestigd dat het belangrijk is om de microbiële waarden regelmatig te beoordelen en audits uit te voeren om zeker te stellen dat het reinigings- en desinfectieprogramma, inclusief de rotatie van desinfectiemiddelen en de frequentiekeuze, nog steeds effectief is.

worden

Regelgeving en richtlijnen over rotatie van desinfectiemiddelen In de regelgeving worden de volgende aanbevelingen gedaan over de rotatie van desinfectiemiddelen:

dan dienen meerdere

gebruikt.

1. Japan Guidance on the Manufacture of Sterile Pharmaceutical Products by Aseptic Processing (2006): • “Het programma dient procedures te omvatten waarmee bacterieel isolaat in elke productieomgeving kan worden getest en geclassificeerd.” • “Voordat reinigingsmiddelen en desinfectiemiddelen worden gebruikt, moet de geschiktheid ervan voor het verwijderen van contaminanten en de betrouwbaarheid daarbij worden gevalideerd. De effectiviteit van de reiniging en de desinfectie moet door middel van periodieke omgevingsmonitoring op basis van het soort en aantal waargenomen microorganismen beoordeeld en aangetoond worden.

“Indien de gekozen desinfectiemiddelen een inferieure effectiviteit zouden kunnen hebben tegen de micro-organismen die uit de omgeving zijn geïsoleerd, dan moet de effectiviteit opnieuw worden beoordeeld en moet vervanging door andere desinfectiemiddelen of een ander gebruik daarvan overwogen en geïmplementeerd worden, naargelang het geval.” “Indien de gegevens uit de omgevingsmonitoring aangeven of erop wijzen dat sporenvormende bacteriën of schimmels aanwezig zijn,dienen geschikte sporiciden of fungiciden gekozen te worden.”

2. United States Food and Drug Administration (US FDA), Richtlijn aseptische productie (2004): • “…. desinfectiemiddelen die routinematig worden gebruikt, moeten effectief zijn tegen de normale microbiële vegetatieve flora die uit de voorziening wordt teruggewonnen.….” • “…Een gedegen desinfectieprogramma moet daarom ook de inzet van een sporicide omvatten, dat volgens een schriftelijke planning wordt gebruikt, én wanneer omgevingswaarden erop wijzen dat sporenvormende organismen aanwezig kunnen zijn.” • “…. Als daar indicaties voor zijn, kunnen microorganismen die in verband worden gebracht met schadelijke ontwikkelingen onderzocht worden op hun gevoeligheid voor de desinfectiemiddelen die gebruikt worden in de cleanroom waaruit deze organismen zijn geïsoleerd.” 3. Resolutie RDC n.17 (2010) van de Brazil National Health Surveillance Agency (ANVISA): • “Artikel 315. Met name bij de productie van steriele producten is het reinigen van cleanrooms van groot belang. § 1 Deze ruimten moeten regelmatig schoongemaakt en ontsmet worden, op basis van een speciaal programma dat door Quality Assurance is goedgekeurd. § 2 Deze ruimten moeten regelmatig gecontroleerd worden om de ontwikkeling van resistente microorganismen te ontdekken.” 4. Europees Geneesmiddelen Agentschap (EMA) EudraLex Annex 1 (2008): • 61. Het ontsmetten van cleanrooms is van groot belang. Deze moeten regelmatig worden schoongemaakt, volgens een schriftelijk programma. Als desinfectiemiddelen worden ingezet, dan dienen meerdere soorten te worden gebruikt. Er moet regelmatig gecontroleerd worden om de ontwikkeling van resistente stammen te ontdekken.”

Contamination Control Magazine editie 2-2019

7


RISICO

GESTUURD -vervolg-

De eisen van de Pharmaceutical Inspection Convention Pharmaceutical Inspection Co-Operation (PIC/S) – PE 009-13 Annexes (2017) ten aanzien van de rotatie van desinfectiemiddelen zijn vergelijkbaar met die van EudraLex Annex 1 (2008). Merk op dat het voor de lezer op basis van deze passages onduidelijk kan zijn wat nu de definitie van rotatie is. Wordt het gebruik van een bepaald desinfectiemiddel afgewisseld met dat van een ander desinfectiemiddel? Of gaat het om één of meer dan één desinfectiemiddel in combinatie met een sporicide? Er zijn al diverse artikelen gepubliceerd waarin rotatie gedefinieerd wordt (1013). Verschillende niet-gouvernementele organisaties hebben aanbevelingen gepubliceerd voor de opzet van reinigings- en desinfectieprogramma’s en rotatie van desinfectiemiddelen (14-16). In de schoonmaak- en desinfectieprocedures moet de definitie van rotatie afdoende beschreven worden. Het opnemen van een algemeen hoofdstuk uit de farmacopees, of technische documenten van nietgouvernementele organisaties, is niet verplicht. Toch kan deze informatie aanbevelingen bevatten die bedrijven kunnen helpen om aan de cGMP’s te voldoen: 1.United States Pharmacopeia (USP) <1072>: • “Rotatie van een effectief desinfectiemiddel met een sporicide wordt aanbevolen. Het is verstandig om het dagelijkse gebruik van een bactericide desinfectiemiddel aan te vullen met het wekelijkse (of maandelijkse) gebruik van een sporicide. • “Andere desinfectie-rotatieprogramma’s kunnen op basis van een beoordeling van de historische waarden uit de omgevingsmonitoring worden ondersteund.” • “….de micro-organismen die in een programma voor omgevingsmonitoring het vaakst worden geïsoleerd, kunnen periodiek aan een usedilutiontest worden onderworpen met de middelen die in het desinfectieprogramma worden gebruikt om hun gevoeligheid te bevestigen, omdat er aanzienlijke verschillen tussen de diverse soorten zijn in resistentie tegen de dodelijke effecten van diverse ontsmettingsmiddelen.” 2. Parenteral Drug Association (PDA) Technical Report (TR) 70: • “Tegenwoordig gebruiken de meeste bedrijven een systeem waarbinnen een desinfectiemiddel met een sporicide geroteerd wordt om de bioburden-niveaus doeltreffend te verlagen. • “Alle rotatiesystemen moeten door middel van ruimteclassificatie, waarden uit omgevingsmonitoring en/of een risicobeoordeling worden beoordeeld.”

Een desinfectiemiddel dat routinematig wordt gebruikt moet werkzaam zijn tegen vegetatieve microbiële flora die in de voorziening wordt aangetroffen, of tegen isolaten.

8

De effectiviteit moet aangetoond worden door middel van een validatie De officiële richtlijnen zijn het erover eens dat een desinfectiemiddel dat routinematig wordt gebruikt werkzaam moet zijn tegen vegetatieve microbiële flora die in de voorziening wordt aangetroffen, of tegen isolaten. De effectiviteit van de desinfectiemiddelen en de sporiciden moet aangetoond worden door middel van een validatie van het desinfectiemiddel (laboratoriumtests zoals suspensietests, coupontests en in-situtests) en bevestigd worden door omgevingsmonitoring en gegevenstrends gedurende een langere periode. Tot slot moet het EM-

programma zo opgezet worden dat het de meest voorkomende micro-organismen en de ‘worst case’ micro-organismen (bv. sporen of schimmels) of ‘resistente’ stammen/micro-organismen isoleert. De terminologie die de USP gebruikt, ‘het vaakst verkregen isolaat’, wordt voor bedrijven die (bio)farmaceutische en medische hulpmiddelen produceren als correcter beschouwd dan ‘resistent micro-organisme’. Verwacht wordt dat een sporicide zal worden gebruikt waar EM-waarden de aanwezigheid van sporenvormende organismen aantonen. Merk op dat deze laatste uitspraak niet wordt vermeld in Annex 1 van de EU GMP (herzien in 2008). Tot slot stelt het ontwerp van Annex 1 van de EU GMP de eis dat reinigings- en desinfectieprogramma’s het periodieke gebruik van een sporicide moeten omvatten. Meer dan één soort desinfectiemiddel gebruiken en periodiek sporicide Tot slot komen de officiële richtlijnen niet met elkaar overeen wat het aantal desinfectiemiddelen betreft dat in combinatie met een sporicide gebruikt moet worden (rotatie van desinfectiemiddelen). Toch gaan de richtlijnen van de USA FDA, JP en ANVISA ervan uit dat de fabrikant het aantal desinfectiemiddelen en de rotatie met behulp van EM-gegevens onderbouwt. Daarentegen schrijft de EU GMP waar desinfectiemiddel wordt gebruikt het gebruik van meer dan één type desinfectiemiddel voor (15, 22). Ook stelt de ontwerpversie van Annex 1, die beschikbaar is voor openbare consultatie, voor dat wanneer “Meer dan één soort desinfectiemiddel gebruikt moet worden, hierbij periodiek een sporicide gebruikt moet worden.” Is dit niet in tegenspraak met het principe van kwaliteitsrisicomanagement dat in de diverse recente herzieningen van EU-richtlijnen wordt gepropageerd? Het reinigings- en desinfectieprogramma moet beschouwd worden als een onderdeel van levenscyclusgerichte aanpak van het EM-programma. Dit betekent dat het aantal desinfectiemiddelen dat in combinatie met een sporicide wordt gebruikt, door een formele MRA, een periodieke beoordeling van de EM-gegevens en periodieke audits van de reinigings- en desinfectieprocedures moet worden onderbouwd, en niet willekeurig mag worden bepaald. Een levenscyclusgerichte aanpak om de werking van de rotatieprogramma’s voor desinfectiemiddelen aan te tonen Het is niet waarschijnlijk dat het gebruik van desinfectiemiddelen tot het ontstaan van microbiële resistentie leidt (13). Sutton concludeert dat “in het meest waarschijnlijke scenario voor de selectie van een ontwikkeling van een resistente variant zou een extreem hoog aantal cellen (meer dan 1,000,000 CFU) aan een laag gehalte van het toxische chemische middel blootgesteld moeten worden.” (13). In een doorsnee cleanroom zouden deze omstandigheden zich niet moeten voordoen. Sutton stelt ook: “Selectie van mutanten die resistent zijn tegen de gebruikte gehaltes desinfectiemiddelen is in cleanroom-omgevingen niet aangetoond. In de literatuur zijn vermeldingen van resistentie tegen gebruikte gehaltes beperkt tot beschrijvingen van het overleven van specifieke micro-organismen in de gecontamineerde oplossingen.” Daarom moeten het verdunnen, de filtratie en de opslag effectief uitgevoerd worden om microbiële contaminatie van de oplossing met het desinfectiemiddel te voorkomen. Tot slot moeten de stabiliteit in de open verpakking (gebruik houdbaarheid), de bioburden of de steriliteit (bij


gebruik in klasse A/B- of ISO5-ruimten) gedurende een voorgedefinieerde gebruiksperiode bewaakt worden om microbiële contaminatie uit te sluiten (15). Tot op heden zijn er nog geen gegevens die onomstotelijk bewijzen dat microorganismen resistentie tegen deze chemicaliën opbouwen (14).

Periodiek een

sporicide

gebruiken zodat alle sporenvormende

Bereik een zo groot mogelijk microbieel spectrum Het idee achter de rotatie van desinfectiemiddelen is het bereiken van een zo groot mogelijk microbieel spectrum. De rotatiefrequentie van desinfectiemiddelen moet bepaald worden op basis van de ontwikkeling van de historische EM-gegevens gedurende een langere periode en het effectiviteitsprofiel van het desinfectiemiddel. Op basis hiervan kan gesteld worden dat het uitsluitend routinematig toepassen van een sporicide met een bewezen microbiële effectiviteit tegen de flora in de voorziening zonder rotatie uitgevoerd kan worden (14, 16). Dagelijks gebruik van sporicides wordt in de regel niet aangeraden, omdat deze corrosief zijn (17). Als dus een bepaald breedspectrumdesinfectiemiddel in combinatie met periodiek gebruik van een sporicide het grootst mogelijke microbiële spectrum bereikt en effectief is voor het beheersen van de microbiële contaminatie, dan levert het toevoegen van een ander breedspectrum-desinfectiemiddel mogelijk geen meerwaarde op. Er is geen bewijs dat rotatie van twee desinfectiemiddelen met hetzelfde microbiële effectiviteitsprofiel zinvol is. Rotatie van twee desinfectiemiddelen dient alleen plaats te vinden als de chemische eigenschappen verschillen, of als deze vergelijkbaar zijn maar door andere aspecten van de formules de microbiële effectiviteitsprofielen verschillen. De verschillende microbiële werkingen vullen elkaar dan aan en zouden ervoor moeten zorgen dat geen alarmerend niveau wordt bereikt. Een effectief rotatieprogramma voor desinfectiemiddelen moet de volgende stappen omvatten (14, 17, 21): •

bacteriën

gedood

worden.

Desinfectiemiddelen die routinematig worden ingezet, moeten dagelijks worden gebruikt voor het reinigen en desinfecteren van apparatuur die niet met het product in contact komt om vegetatieve micro-organismen effectief te doden en voedingsbodems te verwijderen, waarbij het risico voor het personeel en de oppervlakken van de cleanroom geminimaliseerd wordt. Het gebruik van een detergent (voor de reiniging) moet bepaald worden op basis van de mate waarin de oppervlakken van cleanrooms voedingsbodems bieden, de samenstelling en effectiviteit van het desinfectiemiddel, zoals een oppervlakte-actieve stof (surfactant) in de samenstelling die de reinigende en desinfecterende werking versterkt. Periodiek moet een sporicide gebruikt worden om ervoor te zorgen dat alle sporenvormende bacteriën (bv. het geslacht Bacillus) gedood worden. De gebruiksfrequentie moet gebaseerd worden op de MRA-resultaten, ruimteclassificaties en historische EM-gegevens. Merk op dat de gebruiksfrequentie van een sporicide in een obstakel met beperkte toegang of in een isolator (ISO 5- of klasse A-ruimte) hoger zou kunnen zijn dan in een ruimte van de laagste klasse. Dit is te verklaren op basis van de ruimteclassificatie, de microbiële specificatie en de reinheid van de oppervlakken die niet met het product in contact komen in een ISO 5- of klasse A/B-ruimte.

Routinematig gebruikte desinfectiemiddelen hoeven dan minder te worden ingezet. Het residu van desinfectiemiddelen en sporiciden moet regelmatig weggespoeld worden met 70% isopropanol (IPA), injectiewater (WFI) of gezuiverd water. De frequentie van het wegspoelen moet bepaald worden op basis van een visuele inspectie en tactiele waarnemingen van de oppervlakken in de cleanroom. Er zijn zeker gevallen waarin residu zo’n probleem wordt dat reinigingsmiddelen moeten worden gebruikt (bv. op plakkerige, kleverige of gladde vloeren of deuren); het residu van het reinigingsmiddel wordt vervolgens weggespoeld met behulp van gereinigd water of WFI, naargelang de ruimteclassificatie. Merk op dat dit periodieke wegspoelen opgenomen kan worden in de reinigingstap wanneer voorafgaand aan het desinfecteren een detergent wordt gebruikt.

De frequentie van het programma onderbouwen op basis van de uitkomsten van de microbiële risicobeoordeling Het aantal desinfectiemiddelen, de rotatie daarvan en de frequentie van het programma moeten onderbouwd worden op basis van de uitkomsten van de microbiële risicobeoordeling, de microbiële efficiëntieprofielen van de desinfectiemiddelen en sporiciden, de ruimteclassificatie en een beoordeling van de historische EM-gegevens. Bij een nieuwe of volledig vernieuwde voorziening moet deze onderbouwing echter gebaseerd worden op de resultaten van de MRA, de microbiële efficiëntieprofielen van de desinfectiemiddelen en sporiciden en de ruimteclassificatie. Programma omgevingsbeheersing bekijken vanuit levenscyclus gerichte aanpak Het programma voor omgevingsbeheersing, inclusief het EM-programma, het reinigings- en desinfectieprogramma, de kwalificatie en het periodiek hertesten van desinfectiemiddelen, moet vanuit een levenscyclusgerichte aanpak bekeken worden (feedbacklus). In feite is de beoordeling van de historische EM-gegevens, figuur 1, een van de triggers om het reinigings- en desinfectieprogramma aan te passen of te verbeteren, en te bevestigen dat het microbiële effectiviteitsprofiel en het spectrum van het desinfectiemiddel en het sporicide afdoende zijn. Tot slot moeten de historische EM-gegevens periodiek worden beoordeeld en geanalyseerd, om: •

• • •

te bevestigen dat de toename van afwijkingen die in de vorige analyse van de historische EM-gegevens te zien was, niet langer voorkomt; specifiek het herhaald voorkomen van trends of schadelijke voorvallen vast te stellen (bv. een herhaalde deviatie met dezelfde micro-organismen, of een herhaalde uitbreiding op dezelfde steekproeflocatie); specifiek te bepalen welk micro-organisme ‘worst case’ is; de bron van isolaat en contaminatiefactoren te categoriseren; vast te stellen dat zorgwekkende micro-organismen en micro-organismen die als bezwaarlijk worden beschouwd of officieel gecontroleerd worden, zoals de Burkholderia cepacia (18), niet in grote aantallen voorkomen. 

Contamination Control Magazine editie 2-2019

9


RISICO

GESTUURD -vervolg-

10


Figuur 1: Aantonen van de effectiviteit van het reinigingsen desinfectieprogramma met feiten en gegevens Figuur 1 laat zien dat conclusies en maatregelen niet uitsluitend op basis van een beoordeling en analyse van historische EM-gegevens kunnen worden bepaald. De juistheid van de conclusie en de maatregelen kan alleen aangetoond worden als deze door een audit van de reinigings- en desinfectieprocedure worden ondersteund. Het doel van de audit is aan te tonen dat het personeel en de werkwijzen voor het beheersen van microbiële contaminatie aan de daarvoor vastgelegde procedures voldoen. Bovendien is de audit bedoeld om zeker te stellen dat in de productieruimte geen ondeugdelijke werkwijzen worden toegepast, zoals de inzet van middelen met een ineffectieve chemische werking (bv. het gebruik van alcohol tegen sporenvormende micro-organismen), suboptimale concentraties, fouten bij het verdunnen, natte contacttijden die niet overeenkomen met de gegevens in het kwalificatierapport van het desinfectiemiddel of de aanwezigheid van zichtbaar residu (bv. stof) dat de effectiviteit van het desinfectiemiddel nadelig beïnvloedt. Tot slot kan het team op basis van een analyse van de historische EM-gegevens en de resultaten van de audit bepalen of het reinigings- en desinfectieprogramma aangepast of verbeterd moet worden, of een desinfectiemiddel of sporicide vervangen of toegevoegd moet worden, en of de contacttijd of -frequentie herzien moet worden. De hierboven beschreven aanpak komt sterker overeen met een levenscyclusgerichte, risicogebaseerde aanpak dan met een arbitraire werkwijze. Conclusie Afhankelijk van de geldende richtlijnen wordt verwacht dat minstens één desinfectiemiddel wordt gebruikt om de normale vegetatieve microbiële flora te beheersen. Ook is het periodiek gebruiken van een sporicide gerechtvaardigd

als de historische waarden uit de omgevingsmonitoring de aanwezigheid van sporenvormende micro-organismen bevestigen. Tegenwoordig gebruiken de meeste (bio)farmaceutische bedrijven een programma waarin routinematig een desinfectiemiddel wordt gebruikt, bijvoorbeeld dagelijks, en dit wordt aangevuld met het gebruik van een sporicide om de bioburden-niveaus effectief te verkleinen (14). Tot slot wordt het gebruik van een desinfectiemiddel in combinatie met een sporicide beschouwd als een betere keuze dan het roteren van meerdere desinfectiemiddelen (14, 16), of wordt dit aanbevolen. Effectieve uitgangspunten voor risicomanagement moeten opgenomen worden in de levenscyclus van het product om microbiële contaminatie te minimaliseren en de veiligheid, kwaliteit en effectiviteit van het product te waarborgen. Dit betekent dat de fabrikant het programma voor omgevingsmonitoring, inclusief het reinigings- en desinfectieprogramma, moet opnemen in de gehanteerde risicomanagementstrategie en in de levenscyclus van het product om de veiligheid van het product en de patiënten te kunnen garanderen. Het doel van reinigingsen desinfectieprogramma’s mag daarom niet alleen het bereiken van compliance met de richtlijnen zijn. De rotatie van desinfectiemiddelen en de frequentie van de rotatie moeten bepaald worden op basis van de resultaten van de microbiële risicobeoordeling, het microbiële effectiviteitsprofiel van het chemische middel, periodieke audits en de omgevingsmonitoring. Tot slot wordt compliance bereikt als het reinigings- en desinfectieprogramma in staat is om het bioburden-niveau in de cleanrooms binnen acceptabele grenzen te houden.

Bronnen: 1. Macher, J. Business Case for Quality. Pharmaceutical Quality Systems (ICH Q10) Conference. (2011) 2. Sutton, S and L Jimenez., A Review of Reported Recalls Involving Microbiological Control 2004-2011 with Emphasis on FDA Considerations of “Objectionable Organisms”, American Pharmaceutical Review, 15, 4257, (2012). 3. Hayes, R.J. Cost of Quality (CoQ) – An Analysis of the Cost of Maintaining a State of Compliance. (2014) Int. Pharm. Ind. 6(1), 74-76. 4. Cundell, T. Mold Monitoring and Control in Pharmaceutical Manufacturing Areas. (2016) Am. Pharm. Rev., 19(5). 5. $18.2 million in settlement over mold at manufacturing facility, access on Jul 1, 2017 at: http://www.modernhealthcare.com/article/20170112/NEWS/170119945 6. United States Food and Drug Administration (US FDA), Summary of Inspectional Observations by Fiscal Year, access on May 25, 2017 at: https://www.fda.gov/ICECI/ Inspections/ucm250720.htm 7. Medicines & Healthcare products Regulatory, MHRA GMP Inspection Deficiency Data Trend 2015, access on May 25, 2017 at: https://www.gov.uk/government/uploads/ system/uploads/attachment_data/file/582841/MHRA_ GMP_Inspection_Deficiency_Data_Trending_2015.pdf. 8. Medicines & Healthcare products Regulatory, MHRA GMP Inspection Deficiency Data Trend 2016, access on May 25, 2017 at: https://www.gov.uk/government/uploads/ system/uploads/attachment_data/file/609030/MHRA_ GMP_Inspection_Deficiency_Data_Trend_2016.pdf 9. EudraGMDP Non-compliance Report observed by the European Inspectors from February 2015 to May 2017, access on Jul 1, 2017 at: http://eudragmdp.ema.europa. eu/inspections/gmpc/searchGMPNonCompliance.do 10. Smith, J. “Rotational Cleaning-Is It Necessary?” Cleanroom Technology (January 2014) 11. Martinez, JE “The Rotation of Disinfectant Principle True or False?” Pharmaceutical Technology (2009) 12. Sutton, S. “Disinfectant Rotation in a Cleaning= Disinfection Program for Clean Rooms and Controlled Environments” CRC Press Taylor Francis (2007) edited by Gurusamy Manivannan 13. Sutton, S. “Disinfectant Rotation a Microbiologists View” Cleanrooms, 2005, access on May 25, 2017 at: https:// www.cemag.us/article/2005/07/disinfectant-rotation-microbiologists-view 14. PDA Technical Report Number 70: Fundamentals of Cleaning and Disinfection Programs for Aseptic Manufacturing Facilities (2015) 15. European Commission, Good Manufacturing Practice Medicinal Products for Human and Veterinary Use - Annex 1, Manufacture of Sterile Medicinal Products 16. United States Pharmacopeia 38 (USP) <1072> – Disinfectants and Antiseptics. The United States Pharmacopeia Convention/National Formulary, Rockville, MD. 17. Sartain K.E., Disinfectants rotation, access on Jul 1, 2017 at: https://www.cemag.us/article/2005/03/disinfectant-rotation 18. FDA advises drug manufacturers that Burkholderia cepacia complex poses a contamination risk in non-sterile, water-based drug products, access on May 25, 2017 at: https://www.fda. gov/Drugs/DrugSafety/ucm559508.htm?source=govdelivery&utm_medium=email&utm_source=govdelivery 19. United States Department of Health and Human Services Food and Drug Administration, Guidance for Industry Sterile Drug Products Produced by Aseptic Processing — Current Good Manufacturing Practice, 2004. 20. Regulatory Science of Pharmaceuticals and Medical Devices from Ministry of Health, Labour and Welfare of Japan, Guidance on the Manufacture of Sterile Pharmaceutical Products by Aseptic Processing, 2006. 21. Rogers M. and Polarine J., Rinsing Strategy, access on August 25, 2017 at: http://www.ivtnetwork.com/article/ jim-polarine-and-marc-rogers-rinsing-strategy 22. Sandle T., a guide to cleaning and disinfecting cleanrooms, 3rd edition, the CDC Handbook, 2012, p.173-180.

Contamination Control Magazine editie 2-2019

11


Gtcleanrooms

Europe's leading cleanroom provider

Complete Cleanroom Solutions ../

I

I

I

I

. " j'., .

Your Contamination Control Strategy Connect 2 Cleanrooms is a fully integrated supplier, supporting the cleanroom lifecycle both in Europe and globally. Established in

Are you ready to start a project with us? +31 30 210 6051 info@connect2cleanrooms.com

2002, the company designs and manufactures panel, hardwall and softwall cleanrooms in-house to ISO 14644-1:2015 and GMP standards, as well as providing cleanroom consumables, cleanroom validation

www.connect2cleanrooms.com

and cleanroom training services across all sectors.

LEVENSLANGE GARANTIE OP UW CLEANROOM SENSOR nSens-sensor met ruilprogramma: • nauwkeurig meetsysteem voor luchtvochtigheid en temperatuur • unieke verwisselbare sensor • kalibratie zonder meetonderbreking met het ruilprogramma

We hebben de kennis, de ideeën, de materialen... Cleanroom Combination Group droeg zorg voor de bouwkundige realisatie van de radiofarmaca apotheek van GE Healthcare te Eindhoven.

Dé cleanroom- en OK-sensor zonder zorgen over kalibratie en onderhoud. Vraag naar de mogelijkheden en voorwaarden.

www.cleanroomcg.com

12

www.peda k.nl | + 31 (0 )475 497 424


GET YOUR

PERSONAL CLEANROO M PASS To make people aware of their influence on the air quality in a clean room, VCCN set up the Cleanroom Behavior Course. During the course, participants will learn about the strict requirements that are set for entering clean rooms. Participants will have the opportunity to see a working GMP facility, both on the cleanroom side and on the facility side.

NIEUWE CURSUS (ENGELSTALIG)

CLEANROOM BEHAVIOUR

By following this course participants will understand why those strict requirements are necessary. The course is a requirement for anyone who will have to deal or is already dealing with the stay or work in a clean room. It is also an important refresher course for all clean room users. More info at: https://www.vccn.nl/cursussen/cleanroom-behavior-course

WE SHARE THE KNOWLEDGE Vereniging Contamination Control Nederland

Cleanrumours Stoffy en Beesy liggen lekker in de hoek in hun gezamenlijke hangmat. Beesy: “Nog even bikkelen en dan zal ik deze zomer behoorlijk gaan groeien.” Stoffy: “Je bent bijna ziekelijk bezig door jezelf zo af te matten met al dat trainen. In dit nummer schrijven ze namelijk ook al over hoe ze met nog beter schoonmaken en het monitoren daarvan al jouw harde arbeid in een handomdraai kunnen doen verdwijnen.” Beesy: “Ik voel me echt fitter sinds ik iedere dag train en straks, met een nog hogere temperatuur, dan ben ik op mijn best. Bovendien heb ik straks wel echt een goed lichaam en dan kan ik het iedereen in cleanrooms knap lastig maken.” Stoffy: “Ik bewonder je doorzettingsvermogen en je discipline, maar zolang de airflow goed is deze zomer, zie je deze jongen zich niet verplaatsen.” Stoffy en Beesy sluiten beide hun ogen en slaken een diepe zucht. Beesy: “Ik las ook iets over cleanroom brillen in deze editie, maar ik heb zelf nog niet eens een nieuwe cleanroom bril. Dat lijkt me wel handig met de zomer op komst.” Stoffy opent zijn ogen en knijpt ze direct toe. “Ik zou wel graag een cleanroom bril willen die niet beslaat, zodat ik ook mijn werk kan blijven doen. Daarnaast zou het ook prettig zijn als diezelfde partij mijn bril eens gaat autoclaveren”, zegt Stoffy. Beesy: “Die bestaan hoor. Hier, kijk. Zal ik er twee bestellen?” “Ja, doe maar”, zegt Stoffy.

&

Stoffy Beesy

Contamination Control Magazine editie 2-2019

13


MONITORINGPLAN Opstellen, implementeren en handhaven van een monitoringplan op basis van risicobeoordeling.

HaĹ&#x;im Solmaz

14


Niet

levensvatbare deeltjes

kunnen als overbrenger van microorganismen

functioneren.

Voor schone ruimten die gebruikt worden voor de aseptische productie van steriele geneesmiddelen gelden standaarden en richtlijnen die ervoor moeten zorgen dat de kwaliteit van de producten goed is, en de risico’s van deeltjescontaminatie en microbiologische contaminatie geminimaliseerd worden. In de afgelopen jaren is het gebruik van een goed monitoringplan in combinatie met een risicogestuurde aanpak onderdeel geworden van veel standaarden en voorschriften, zoals de nieuwe ISO-standaard 14644-2:2015 en de geharmoniseerde richtlijn van de ICH over kwaliteitsrisicomanagement, ICHQ9. Toch is er duidelijk een gebrek aan goede procedés om deugdelijke monitoringplannen op basis van risicobeoordeling in te voeren. In deze studie wordt aan de hand van een casestudy beschreven hoe een risicogestuurd monitoringplan opgesteld kan worden waarin met alle ‘partijen’ rekening wordt gehouden, bv. risicobeoordelingstools, geldende standaarden, regelgeving en richtlijnen. Monitoring van cleanrooms In cleanrooms is het monitoren van niet-levensvatbare deeltjes in de lucht essentieel. Deze deeltjes verdienen de aandacht omdat ze als externe contaminant een product kunnen binnendringen, en dit ook biologisch kunnen contamineren door als overbrenger van micro-organismen te fungeren. Er zijn verschillende systemen voor deeltjesmonitoring voor locaties op afstand, zoals manifoldsystemen en online-monitoringsystemen. Bij manifoldsystemen moet de deeltjesteller worden aangesloten op de manifold-unit, die de bemonsteringslocatie per vastgelegde tijdseenheid, bv. per minuut, wijzigt. Er is dan een buffertijd tussen elke monsterneming, waarin de leidingen die het monster in de deeltjesteller en de manifold passeert, schoongemaakt kunnen worden. Deze manifold-systemen voor sequentiële bemonstering zijn niet geschikt voor steriele farmaceutische monitoringsystemen, omdat daarbij de monitoring voor elke bemonsteringslocatie gedurende de gehele tijdsduur moet plaatsvinden, zonder vertraging of onderbreking. In tegenstelling tot manifold-systemen hebben systemen voor online-deeltjesmonitoring op elke kritieke locatie onafhankelijke deeltjestellers. Deeltjesmonitoring kan zonder enige vertraging en/of interventies tijdens de volledige duur van het kritieke verwerkingsproces, inclusief het opbouwen van de apparatuur, uitgevoerd worden, op elk van de geselecteerde monitoringlocaties. De selectie van monitoringlocaties Om cleanrooms te classificeren wordt op basis van een tabel een minimaal aantal afzonderlijke bemonsteringslocaties bepaald. De cleanroom moet onderverdeeld worden in zones van gelijke grootte en er moeten meetlocaties gekozen worden die representatief zijn voor elke zone. Om cleanrooms te monitoren, moeten de bemonsteringslocaties op basis van een formele risicobeoordeling worden bepaald. Elke representatieve locatie moet bepaald en geverifieerd worden op basis van historische gegevens, trends en productieroutines. Representatieve locaties zijn normaal gesproken locaties die binnen 30 cm van de werkplek en in de luchtstroom liggen, waarbij de monstername tijdens de werkzaamheden plaatsvindt. In de richtlijn voor aseptische verwerking van de FDA wordt aanbevolen om op plaatsen waar het blootgestelde gesteriliseerde product, de houder en de sluitingen naar verwachting het meeste risico lopen, metingen te doen die de luchtreinheid in de kritieke gebieden kan bevestigen. De sonde waarmee de deeltjes worden geteld moet in een stand worden geplaatst waarvan is aangetoond dat deze bruikbare monsters oplevert. Tijdens elke dienst moet regelmatig gemonitord worden. Het monitoren van niet levensvatbare deeltjes moet

met een telsysteem op afstand worden uitgevoerd. Deze systemen kunnen uitgebreidere gegevens verzamelen en zijn meestal minder invasief dan draagbare deeltjestellers. Voor het selecteren van bemonsteringslocaties wordt met name rekening gehouden met: • Het risico van de activiteiten; • Het risico van de gevolgen van microbiële contaminatie op de productkwaliteit; • De kans dat tijdens de productie op bepaalde plaatsen microbiologische groei plaatsvindt; • De flow rond producten; • De flow rond personeel; • De aard van het proces (natte ruimten, transfers, interventiepunten voor personeel, etc.). • Alle locaties waar interventies door een operator mogelijk zijn, bijvoorbeeld toegangspunten tot de klasse-A-omgeving. • Oorspronkelijke ruimteclassificatiestudieskwalificatiestudies en de motivering voor eerder gebruikte bemonsterings-/monitoringopstellingen. • Ruimten waar normaal gesproken geen interventies plaatsvinden, maar waar steriele componenten of producten bij ongebruikelijke interventies of om andere redenen toch aan contaminatie door deeltjes in de lucht blootgesteld zouden kunnen worden. • De duur van de blootstelling van steriele componenten en/of producten tijdens het verwerkingsproces: denk bijvoorbeeld aan een afsluiting in een vultrechter. In dit geval is het risico van interventies klein. De afsluitingen zitten echter wel een tijdlang in de vultrechter, waardoor na enige tijd deeltjescontaminatie kan ontstaan. Het zou daarom een goede gewoonte zijn om de lucht op deze locatie te bemonsteren, om aan te tonen dat de lucht die naar de componenten wordt geleid gedurende de verwerkingstijd continu aan de kwaliteitseisen voldoet. Kritieke aandachtspunten zijn: • Het vulpunt • Vultrechters voor bestanddelen • Inspectieluiken • Aanvoertafels • Sluitstations (voor plaatsing afsluitingen en deksels) • Het beladen van vriesdrogers • Het uitladen van steriele onderdelen die niet door autoclaafzakken beschermd worden • Contactpunten tussen apparatuur en klasse-A-ruimte • Transfersystemen van en naar isolatoren • Aseptische handelingen • Ingrepen door de operator 

Contamination Control Magazine editie 2-2019

15


MONITORING

PLAN

Het verschil tussen classificatie en monitoring Zowel bij classificatie als monitoring wordt naar het aantal deeltjes in de lucht gekeken, maar de gebruikte parameters, bv. regelgeving, periode van bemonstering, locatiekeuze etc., zijn verschillend. De tabel hieronder is bedoeld als hulpmiddel voor gebruikers om de verschillen te bepalen. Classificatie

Monitoring

Â

-vervolg-

Standaard of regelgeving

ISO 14644-1:2015

Periode

Periodieke classificatietests dienen overeenkomstig ISO 14644-1 jaarlijks uitgevoerd te worden. Deze frequentie kan worden verhoogd als een risicobeoordeling daar aanleiding toe geeft.

Bemonsteringslocatie

ISO 14644-1:2015 tabel A.1 Bemonsteringslocaties zijn gerelateerd aan de cleanroom-ruimte.

Op basis van een formele risicobeoordeling (ICH-Q9)

Online/continu

Monsterduur

Monsterduur (min) = Vs / stroomsnelheid deeltjesteller Als de uitkomst minder dan 1 min is = minimaal 1 min op elke locatie, moet het monstervolume van elke locatie minstens 2 liter zijn, met een minimale monsterduur van 1 min voor elk monster van elke locatie.

GMP Annex 1 van de EU en het PIC/S, de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), ISO146442:2015 Online/continu Moet tijdens de volledige duur van het kritieke verwerkingsproces uitgevoerd worden, inclusief het opbouwen van de apparatuur.

Moet tijdens de volledige duur van het kritieke verwerkingsproces uitgevoerd worden, inclusief het opbouwen van de apparatuur.

De beste keuze om snel resultaten te krijgen Monstervolume

Koos Agricola

ISO 14644-1:2015 Vs (Liters) enkel monstervolume per locatie.

Vs = (

20 )X1000 Cn, m

De monstergroottes die met behulp van geautomatiseerde systemen voor monitoring worden gekozen, zijn meestal een functie van de bemonsterings-frequentie van het gebruikte systeem. Het monstervolume hoeft niet gelijk te zijn aan het volume dat voor de formele classificatie van de cleanrooms en apparaten voor schone lucht wordt gebruikt. Alarminterface

Output

Classificatierapport cleanroom

Voorbeeld : Risicobeoordeling en monitoringplan

Tijdens elke dienst moet regelmatig gemonitord worden. Het monitoren van niet levensvatbare deeltjes moet met een telsysteem op afstand worden uitgevoerd.

16

Alle interventies, tijdelijke incidenten en haperingen van het systeem worden geregistreerd en bij overschrijding van grenswaarden worden alarmen geactiveerd.


Probabiliteit (waarschijnlijkheid) Een schatting van de waarschijnlijkheid dat het risico zich voordoet. Deze wordt als volgt geclassificeerd: • Laag: het risico treedt eenmaal per jaar op. • Middelhoog: het risico treedt eenmaal per maand op. • Hoog: het risico treedt eenmaal per week op. Gevolgen (ernst) Een schatting van de ernst van de gevolgen als het risico optreedt: • Laag: geringe gevolgen die snel afnemen. • Middelhoog: gematigde gevolgen, die kort tot middellang aanhouden. • Hoog: ernstige gevolgen die op lange termijn blijven bestaan en mogelijk catastrofale gevolgen op korte termijn. Klasse: een gecombineerde schatting van de gevolgen en de waarschijnlijkheid.

Detecteerbaarheid Een schatting van de waarschijnlijkheid dat een risicoscenario ontdekt wordt: • Laag: laag of minder dan één op de drie keer dat het scenario intreedt. • Middelhoog: middelhoog of ongeveer één op de twee keer dat het scenario intreedt. • Hoog: het is waarschijnlijk dat het risicoscenario elke keer dat het intreedt, ontdekt wordt. Prioriteit De risicoscenario’s worden geprioriteerd, om beter te kunnen beoordelen voor welke scenario’s maatregelen moeten worden getroffen, aan de hand van het volgende model: • Prioriteit 1: een hoge prioriteit betekent dat het risico hoog is en dat uitgebreide tests uitgevoerd moeten worden en eventueel het systeem moet worden veranderd om het risico te minimaliseren. • Prioriteit 2: bij een middelhoge prioriteit worden tests bij de installatie aanbevolen, zijn routinetests noodzakelijk, etc. • Prioriteit 3: bij een lage prioriteit worden enkele tests bij de installatie aanbevolen, maar zijn routinetests in de regel niet nodig. 

Voor schone ruimten die gebruikt worden voor de aseptische productie van steriele geneesmiddelen gelden standaarden en richtlijnen die ervoor moeten zorgen dat de kwaliteit van de producten goed is.

Contamination Control Magazine editie 2-2019

17


ULTRASCHONEBRIL FDA verlangt documentatie van het reinigings- en sterilisatieproces van cleanroombrillen in cleanrooms.

Marianne Elboth

18


In een schriftelijke waarschuwing aan farmaceutische bedrijven, wijst de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) erop dat de gebruikte reinigings- en desinfectieprocedure voor cleanroom brillen in aseptische cleanrooms mogelijk niet voldoende bescherming biedt tegen contaminatie. De regulerende overheidsinstantie eist volledig gedocumenteerde valideringsonderzoeken die effectieve en reproduceerbare procedures opleveren.

Niet

alleen

de brillen moeten voldoen,

maar ook de reinigings-

procedure daarvan.

Reinigingsmethoden documenteren Bij een inspectie van een groot farmaceutisch bedrijf observeerde de FDA – die VS-verordeningen voor gezondheid en veiligheid bewaakt en bekrachtigt – het volgende: “Operators die binnen de aseptische kernzone werkten tijdens de productie droegen cleanroom brillen die niet adequaat gesteriliseerd waren” De cleanroom brillen die in de Klasse 100 zone van de cleanroom werden gedragen (gelijk aan ISO 5 of GMP Klasse A), waren gedesinfecteerd door de fabrikant, maar niet gesteriliseerd. In de schriftelijke waarschuwing eiste de FDA dat de producent de reinigingsprocedure documenteert met behulp van een FDA kwalificatiestudie met een kve/contactplaat van Aspergillus brasiliensis en < (b)(4) kve/contactplaat voor alle andere organismen.In de waarschuwing verduidelijkt de FDA dat het de verantwoordelijkheid van de producent is om aan te tonen dat het ontwerp van de cleanroom brillen deugt en dat een in een ISO 5 omgeving gebruikt exemplaar geen bron van contaminatie is. Handmatig reinigen is geen oplossing Met het oog op deze verantwoordelijkheid moeten cleanroom eigenaren het huidige gebruik van de cleanroom brillen heroverwegen. Niet alleen om te bepalen of het ontwerp van de brillen voldoet aan de bepalingen van de FDA, maar ook om te beoordelen of de reinigings- en desinfectieprocedure beantwoordt aan de FDA-vereisten en ondersteund wordt met de vereiste documentatie. Zo wordt bijvoorbeeld van wegwerpbrillen beweerd dat ze bij aflevering steriel zijn. Maar de producenten van deze steriele producten moeten ook documentatie kunnen presenteren waaruit blijkt dat de wegwerpbrillen verpakt en geseald zijn onder aseptische omstandigheden om te voldoen aan de eisen van de regulerende instanties. Volgens Elis Cleanroom, een leidende dienstverlener betreffende kleding en brillen voor cleanrooms, is handmatig reinigen of desinfectie met een doekje, een bad of een spray onvoldoende doordat de resultaten hierbij niet consistent zijn. Verschillen in de alertheid en oog voor details onder de personen die de handmatige reiniging uitvoeren, kunnen inhouden dat een cleanroom bril toch een bron van contaminatie is wanneer kve en partikels niet consequent verwijderd worden. Cleanroom brillen die zijn behandeld met een gekwalificeerd, automatisch reinigingssysteem en stoomsterilisatie of gammadoorstraling, beschikken over gedocumenteerd bewijs voor een log 6 reductie, waarbij het risico van contaminatie wordt geminimaliseerd. Automatische reinigingsprocedure Het resultaat bij cleanroombrillen besproeid met een fluoricerende oplossing en gereinigd in de automatische brillenwasmachine.

Handmatige versus automatische reiniging Er is een vergelijktest uitgevoerd, waarbij een serie cleanroom brillen werd besproeid met een fluorescerende oplossing voorafgaand aan handmatige reiniging. Hetzelfde gebeurde met een andere serie die automatisch werd gereinigd. Uit vergelijking van de resultaten bleek duidelijk hoe effectief en consistent de automatische reinigingsprocedure werkte; bij deze brillen was de fluorescerende oplossing geheel verwijderd. Op de handmatig gereinigde brillen bestond op bepaalde plekken nog een aantoonbare contaminatie met de fluorescerende oplossing. De passende reinigingsmethode Aangezien de regulerende instanties de standaardeisen verhogen, moeten producenten garanderen dat ze zich houden aan de vastgelegde aanbevelingen. Taken die vroeger eenvoudig waren, zoals de keuze van een veiligheidsbril voor uw cleanroom, vergen nu dat u begrijpt of u directe of indirecte ventilatieopeningen mag gebruiken, of u om veiligheidsredenen een exemplaar moet kiezen met glazen die niet kunnen beslaan, of rubber dan wel kunststof hoofdbanden nodig zijn, enz. U moet overwegen of u uw eigen opslagfaciliteit wilt behouden en financieren, of die kosten bespaart door gebruik te maken van een just-in-time service. Specialisten op het vlak van contaminatiebeheersing zullen u zeggen dat de wettelijke voorschriften constant strenger worden. De structuur van uw combinatiebeheersing is alleen klaar voor de toekomst met oplossingen die alle cleanroom brillen in uw cleanroom kunnen traceren en die kunnen documenteren dat ze zijn verwerkt volgens de voorschriften. Conclusie Om te voldoen aan de wettelijke standaarden en de sterkere focus op cleanroom brillen als bron van contaminatie, moeten bedrijven met activiteiten in een cleanroomomgeving hun desbetreffende standaardprocedures opnieuw kritisch bekijken. Ze moeten analyseren of het ontwerp van de gebruikte cleanroom brillen correct is, of ze naar behoren en consistent zijn gereinigd en ontsmet en dus geen bron zijn van microbiële contaminatie. Met documentatie moeten ze kunnen aantonen dat de procedures voldoen aan de normen van organisaties als de FDA. Het advies luidt dan ook om bij uw leverancier na te gaan in hoeverre het gehele proces rondom uw cleanroom brillen is gevalideerd en gedocumenteerd.  Handmatige reinigingsprocedure Het resultaat bij cleanroombrillen besproeid met een fluoricerende oplossing en gereinigd met de hand.

Automatische reinigingsprocedure voldoet aan de FDA-vereisten

Contamination Control Magazine editie 2-2019

19


De enige leverancier van totaaloplossingen voor Contaminatie Monitoring

D

A

T A

M A N A G E M E

N

T

Contamination Monitors

STERILITY ASSURANCE

Services

Environmental Monitoring Systems

Voor meer informatie contacteer: pmeasuring.com T: +32 10 23 71 56 E: pmsbenelux@pmeasuring.com

Training and Education

D

20

A

T

A

M M A N A G E

E

N

T


www.dcrf

info@dcr

0412 4515

Meerstraa Heeswijk-

info@dcrf.nl | 0412 451579 | Meerstraat 22, Heeswijk-Dinther

Meer weten? www.dcrf.nl

DCRF Advertentie 2017 DEF (191 x 126).indd 1

26-06-17 17:35

Laminaire Flow en Lucht / Gasluchtsnelheid transmitters info@catec.nl - www.catec.nl - tel : +31 (0)174 272330

Laminaire Flow sensor TA10 Thermische luchtsnelheidsensor voor laminaire flow toepassingen. De opnemer heeft een geïntegreerde transducer en werkt volgens thermische meetprincipe. De voeler met geïntegreerde transducer is uitgevoerd in roestvaststaal en als recht of haaks model leverbaar. meetbereik : 0,2 ... 150 m/s nauwkeurigheid : 2% van de gemiddelde waarde features : hoge nauwkeurigheid bij lage luchtsnelheden, voeler en meetomvormer zijn één geheel toepassingen : Farmaceutica, Cleanrooms, Proces Flow, Ventilatie, Operatiekamers.

Industriële lucht/gas transmitter De EE-75 luchtsnelheid transmitters zijn speciaal ontwikkeld voor industriële en high-end toepassingen - 3 modellen leverbaar! meetbereiken : 0-2 m/s, 0-10 m/s, 0-40 m/s uitgangen : 0-10V, 4-20mA features : hoge nauwkeurigheid optioneel display instelbare meetgebieden incl. configuratie software toepassingen : laminaire flowmeting in cleanrooms, ventilatie en luchtstroom controle in de farmacie etc. Contamination Control Magazine editie 2-2019

21


FILTRATIE & ENERGIE Is vraaggestuurde filtratie in cleanrooms energetisch interessant?

Paul Molenaar, Marcel Loomans, Paul Joosten, H.S.M. Kort

22


De noodzaak van grote debieten in cleanrooms is mede afhankelijk van het type gebruik (de belasting) en de tijdsduur. Resultaat op dit moment is echter dat, bijvoorbeeld, een GMP B ruimte tot meer dan 25 keer meer energie gebruikt dan een niet-geclassificeerde ruimte [2]. Of het gehanteerde ventilatievoud daarbij representatief is, is vaak nog een vraag. In de ontwerpfase is het veelal nog onduidelijk wat de exacte belasting (deeltjesproductie) zal zijn [3]. De ontwerper zal dan normaal gesproken, en noodgedwongen, wat zekerheden inbouwen ten aanzien van de capaciteit.

De deeltjes-

concentratie neemt niet altijd toe met het toenemen van het

aantal

Om het ventilatievoud/ventilatiedebiet in cleanrooms te reduceren, bij gelijkblijvende prestaties op luchtkwaliteitgebied, zijn verschillende opties onderzocht: nachtreductie, deeltjesconcentratie gestuurde ventilatie en gestuurde ventilatie op basis van bezetting. Het onderzoek vormt onderdeel van het afstudeerwerk van de eerste auteur aan de TU Eindhoven [4]. In een aanvullend artikel wordt het andere deelonderzoek beschreven dat focust op ventilatie efficiëntie in cleanrooms. Om de onderzoeksvraag te beantwoorden zijn metingen uitgevoerd in verschillende GMP ruimtes. Dit over een langere periode en met verschillende bezetting. Overeenkomst in de onderzochte cleanrooms is dat het farmaceutische cleanrooms betrof. Een volledige beschrijving van de opzet van de metingen is terug te vinden in [4]. Daarnaast is een simulatiemodel gemaakt op basis van [5] om de deeltjesconcentratie te onderzoeken bij toepassing van verschillende randvoorwaarden. In Figuur 1 is een typisch resultaat afgebeeld van de gemeten deeltjesconcentratie als functie van de tijd (een halve dag). Resultaten van twee deeltjestellers zijn weergegeven evenals de bezetting van de cleanroom als functie van de tijd. Het aantal personen op een bepaald moment kan van de rechter-as worden afgelezen. Deze onderzochte cleanroom was ontworpen op GMP C. Dat betekent dat de deeltjesconcentratie bij gebruik de waarde van 3.52×106 deeltjes/m3 [≥0.5 µm] niet mocht overschrijden. Uit de meetdata is in Figuur 2 voor een van de onderzochte cleanrooms afgeleid wat de verdeling is van de deeltjesconcentratie in de cleanroom als functie van het aantal personen in de cleanroom. Dit is weergegeven in boxplots om de variatie in de meetwaardes ook zichtbaar te maken. De ‘rondjes’ in de figuur zijn de zogenaamde outliners.

personen.

Figuur 1. Gemeten deeltjes concentratie en het aantal aanwezige personen [rechter as] in een onderzochte cleanroom ruimte voor een periode van 12 uur.

Figuur 2. Boxplot van de gemeten deeltjes concentratie ten opzichte van het aantal personen aanwezig in de cleanroom voor een van de onderzochte cleanrooms.

Figuur 1 laat zien dat er alleen deeltjes worden gemeten door menselijke activiteiten in de onderzochte cleanroom. In dat geval blijven de gemeten concentraties onder de maximaal geaccepteerde waarde. Te zien is dat de deeltjesconcentratie altijd 10 keer lager is dan maximaal toegestaan. Enkele pieken geven aan dat de positie van de bron en instationaire activiteit ervoor zorgt dat niet altijd een uniforme verdeling op de meetpunten gemeten wordt. Dit is representatief voor de andere cleanrooms die zijn bemeten. Wanneer alle personen de cleanroom verlaten reduceert de deeltjesconcentratie naar nul binnen 20 minuten (theoretisch is dit afhankelijk van de hersteltijd, het gehanteerde ventilatievoud). In alle onderzochte GMP ruimtes wordt een deeltjesconcentratie (deeltjes ≥0,5µm) nabij nul gemeten bij afwezigheid van de werknemers. Daarmee is duidelijk dat de personen in de cleanroom in deze situatie de enige bron zijn. Dit is natuurlijk belangrijk om vast te stellen wanneer erover gedacht wordt om het ventilatievoud te reduceren. Figuur 2 laat zien dat de deeltjesconcentratie niet vanzelfsprekend toeneemt met het toenemen van het aantal personen. Uit de metingen blijkt dat een toename van drie tot zes personen niet tot significante verschillen in de deeltjesconcentratie leidt. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat aan het begin en eind van de shift mensen aan het opstarten en opruimen zijn van, in dit geval, de productie. Omdat niet iedereen tegelijkertijd begint of stopt zijn bij het opstarten of opruimen vaak minder mensen aanwezig in de cleanroom. Tijdens deze activiteiten zullen er waarschijnlijk echter wel meer deeltjes geproduceerd worden vanwege die activiteiten, onder andere vanwege het lopen. Dit is goed te zien te zien in Figuur 1 aan het eind van de dag, wanneer er maar één schoonmaker aanwezig is, en relatief toch een hoge deeltjesconcentratie gemeten wordt.  Contamination Control Magazine editie 2-2019

23


FILTRATIE

& ENERGIE -vervolg-

Figuur 3 laat een voorbeeld van een simulatieresultaat zien waarbij gebruik is gemaakt van vraaggestuurde filtratie (DCF: Demand Controlled Filtration) uitgaande van informatie zoals verkregen uit de metingen (‘Reference’). In dit geval is ervoor gekozen om bij bezetting van de cleanroom de ventilatie naar de ontwerpwaarde op te voeren, ongeacht het aantal personen. Aangenomen is dat het gewenste ventilatievoud 20 h-1 is en bij verlaging terugvalt naar 6 h-1. Terugval vindt plaats 30 minuten nadat er geen bezetting meer is gedetecteerd en de cleanroom dus leeg is. Dit verzekert dat, bij het gegeven ventilatievoud, de deeltjesconcentratie weer naar nul gaat. Uitgangspunt hierbij is dat de mens de bron is en geen andere bronnen in de ruimte aanwezig zijn of van buiten komen. Tabel 1 laat vervolgens zien welke energiebesparingen mogelijk zijn wanneer deze strategie wordt toegepast op de verschillende onderzochte cleanrooms.

Figuur 3. Simulatieresultaat van vraaggestuurde filtratie (DCF) (GMP-eis < 3.5x106 deeltjes).

Vraaggestuurde ventilatie is in staat om de prestatie van de cleanroom op het gewenste niveau te houden, vergelijkbaar aan voltijds ventilatie.

24

Figuur 3 laat zien dat vraaggestuurde ventilatie in staat is om de prestatie van de cleanroom op het gewenste niveau te houden, vergelijkbaar aan voltijds ventilatie. Wel is zichtbaar dat bij de start van een bezetting er een hogere concentratie wordt berekend dan bij een continue situatie. Dit heeft alles te maken met de tijd die nodig is om het systeem op het gewenste (ontworpen) niveau te krijgen. In dit geval duurt het 150 seconden voordat de installatie het gewenste ventilatievoud weet te realiseren. Op basis van de veronderstelling dat vraaggestuurde filtratie mogelijk is, geeft Tabel 1 aan dat heel wat besparing mogelijk is. Duidelijk is dat deze besparingen een nauwe relatie hebben met de mate van gebruik van de cleanroom. Voor deze onderzochte farmaceutische apotheken lijkt deze oplossing zeker interessant. Ter verduidelijking, de besparingen kunnen worden bereikt bij gelijkblijvende prestaties van de cleanroom ten aanzien van de luchtkwaliteit. Een alternatief is om direct op de deeltjesconcentratie in de cleanroom te regelen. Uit het onderzoek bleek echter dat het niet altijd mogelijk was om een significante toename van de deeltjesconcentratie aan te tonen bij een toename van het aantal personen in de cleanroom. De deeltjesconcentratie wordt meestal lokaal gemeten met een deeltjesteller met een relatieve lage flow (0.1cfm). Daardoor kunnen lokaal hogere of lagere concentraties gemeten worden en is deze dus niet representatief voor de ruimte als geheel. Dit heeft ondermeer te maken met de ventilatie-efficiëntie en de positie van de bron(nen). Daarnaast fluctueert de gemeten concentratie regelmatig met pieken zoals in Figuur 1 goed te zien is. Dit resulteert mogelijk in een onstabiele of trage regeling. Het sturen van de ventilatievoud waarbij alleen onderscheid

gemaakt wordt tussen een bezette en onbezette cleanroom lijkt daarom op dit moment een eenvoudig en effectief alternatief. Dit is bijvoorbeeld eenvoudig toepasbaar wanneer er lichtbewegingssensoren aanwezig zijn ten behoeve van de verlichting. Hierop kan dan ook de installatie worden aangestuurd om het gewenste ventilatievoud te realiseren. Na bijvoorbeeld een half uur waarin geen detectie van personen heeft plaatsgevonden kan de ventilatie weer worden teruggebracht naar een lager niveau. Op deze manier is de hersteltijd (typisch <20 minuten voor een dergelijke ruimte) ook verdisconteerd en blijft de cleanroom functioneren volgens de gestelde eisen. Bij de toepassing van deze oplossing dient wel een actieve drukregeling in de cleanroom aanwezig te zijn om de drukhiërarchie te handhaven. Deze moet ook buiten gebruik gegarandeerd blijven om verontreiniging vanaf buiten te voorkomen. Het reduceren van het energieverbruik voor ventilatie (en

Cleanroom

% of time occupied

ACR setback % of time

Overall fan speed energy savings

Facility H: Room B Facility H: Room C

1,8% 3,2%

96,1% 88,9%

93,6% 86,8%

Facility R:

22,5%

70,0%

68,1%

Tabel 1. Berekende energiebesparingsmogelijkheid voor de onderzochte cleanrooms.

recirculatie) door sturing op basis van bezetting is vooral effectief in ruimtes die alleen voor bepaalde productieprocessen gebruikt worden en dus regelmatige en wat langere onderbrekingen in de bezetting kennen. In dit onderzoek bleek een GMP B ruimte gedurende de meetperiode slechts voor 1,8% van de tijd in gebruik. Ondertussen werd de ruimte wel continu 40-voudig geventileerd. Een besparing van meer dan 90% op energiegebruik lijkt hier eenvoudig mogelijk. In de cleanroom faciliteit die een meer normaal bezettingspatroon heeft van 40 uur per week, is een energiebesparing van 68% op het verbruik van de ventilator mogelijk.  Bronnen: 1. ISPE, Baseline Guide: Volume 3 Sterile Product Manufacturing Facilities, vol. 3 (2011) 2. Fedotov A. Saving energy in cleanrooms. Cleanroom Technol. vol. 22. no. 8. pp. 14–18 (2014) 3. Khoo CY, Lee CC en Hu SC. An experimental study on the influences of air change rate and free area ratio of raisedfloor on cleanroom particle concentrations. Build. Environ. vol. 48, no. 1. pp. 84–88 (2012) 4. Molenaar PCA. Ventilation efficiency improvement in pharmaceutical cleanrooms for energy demand reduction. Eindhoven University of Technology. 28 Feb 2017. Master thesis (2017) https://pure.tue.nl/ws/portalfiles/ portal/58774864/Molenaar_0785502.pdf 5. Whyte W, Whyte W en Eaton T. The application of the ventilation equations to cleanrooms Part 1: The equations. Clean Air Contain. Rev., vol. 12, no. October, pp. 4–8 (2012)


Lighthouse Benelux

Specialist in cleanroom meetapparatuur en monitoring systemen

Wilt u KVE's meten? ActiveCount100H / ActiveCount25H Microbiologische Airsampler

-

Compact en licht met touchscreen bediening Flow van 100 of 25 liter per minuut HEPA gefilterde uitblaas Autoclaveerbare sampling head (RVS 316L) Voldoet aan ISO14698-1 Instelbare sample volumes, gebruikers en locaties USB poort voor data opslag Opties voor remote en gassampling Batterijduur van 10 uur Kalibratie mogelijk onder ISO17025 accreditatie

Bezoek onze website voor alle details en instructie video's: https://www.golighthouse.com/nl/microbiologische-samplers/activecount

Lighthouse Worldwide Solutions Benelux BV Van Heemstraweg 19A NL-6657KD Boven-Leeuwen benelux@golighthouse.com www.golighthouse.nl Tel. +31 (0)487 56 08 11

Contamination Control Magazine editie 2-2019

25


CURSUSUITGELICHT Cursus Cleanroom Product Reiniging (CPR) Discipline en gedrag zijn van groot belang voor de kwaliteit in een cleanroom. Dit geldt voor iedereen die de cleanroom betreedt; van leidinggevenden tot productiemedewerkers en schoonmakers. Foutief gedrag heeft negatieve gevolgen voor de productiekwaliteit.

26


VCCN organiseert al een ruim aantal jaren cursussen en opleidingen op het gebied van ontwerpen, beheren en gebruiken van cleanrooms. Met de nieuwe cursus Product Reiniging wordt een belangrijke toevoeging aan het cursus- en opleidingsprogramma gerealiseerd. Dit betreft cursussen gericht op de specifieke reinigingsaspecten van producten in een cleanroom.

Tijdens

elke stap worden zowel

productieals reinigings-

Productreiniging De reiniging van producten kan plaatsvinden voorafgaand aan het binnenbrengen in de cleanroom of voorafgaand aan het inpakken van het eindproduct etc. Specifiek voor het onderwerp productreiniging heeft VCCN een cursus ontwikkeld die met drie aparte modulen is te volgen, namelijk: 1. basistheorie (CPRb) 2. praktijk (CPRp) 3. ontwerpen voor reiniging (CPRo) De modulen kunnen afzonderlijk worden gevolgd. Module 3 CPRo Nadat een product tijdens de ontwerpfase is vastgelegd in een concept, ontstaat er inzicht in productiekosten en kan het productieproces worden beoordeeld. Dit is de fase waar normaal gesproken een DFMA (Design for Manufactury and Assembly) wordt opgestart en bij hightech producten naar reinigingsaspecten wordt gekeken. Voor producten toegepast in vacuümsystemen kan in deze fase ook een beoordeling op vacuümaspecten starten. In deze cursus worden de DFMA technieken uitgebreid met reinigings- en vacuümaspecten (Design for Cleaning). Tijdens iedere stap worden zowel productie als reinigingsen vacuümaspecten meegenomen in de analyse, zoals de invloed op de kwaliteit van de reiniging, reinigingskosten, doorlooptijden bij reiniging, reinheidstest mogelijkheden en invloed op het eindproduct. Voorbeelden van de invloed op het eindproduct zijn deeltjesgeneratie en luchtinsluitsels. Bij iedere analyse dienen ook service- en onderhoudsaspecten te worden meegenomen. Het resultaat van de analyse is een optimalisatievoorstel van het ontwerp met betrekking tot functionaliteit, kostprijs, productiedoorlooptijd en kwaliteit.

Doelgroep De cursus is bedoeld voor leveranciers, product-/ proces-ontwikkelaars en productengineers, kwaliteitsverantwoordelijken en anderen die te maken hebben met productie in een cleanroom. Leerdoel Leveranciers van schone producten leren een passende reinigingstechniek te vinden, deze toe te passen en te borgen en over het begrip oppervlaktereinheid en reinheidseisen te communiceren. Cursusprogramma • Design for cleaning • Materiaalkeuzes • Analyse voor productcontaminatie • Kiezen van passende reinigingsmethode • Borgen van gekozen reinigingsmethode Leermiddelen Cursisten ontvangen vooraf ter voorbereiding een syllabus. De hand-out van de presentaties ontvangt de cursist tijdens de cursus. Algemene informatie • Dag met presentaties en oefeningen (2 docenten) • Geen specifieke vooropleiding noodzakelijk • Locatie Eindhoven Voor nadere informatie over de cursusplaats, cursusdata, cursusprijzen, inhouse, of informatie over deze of andere VCCN cursussen kunt u bellen naar 088 401 06 50.

en vacuüm-

aspecten

bekeken.

Contamination Control Magazine editie 2-2019

27


12 14

CLEANROOM GEDRAG CURSUS VCCN Woerden Doelstelling: het vergroten van het bewustzijn van medewerkers over hun invloed op de luchtkwaliteit in een cleanroom.

03

CLEANROOM CONTAMINATION CONTROL VCCN Woerden Doelstelling: u doet kennis op over meettechnieken, cleanrooms, stof op oppervlakken en reiniging om contaminatie efficient tegen te kunnen gaan.

SEPTEMBER

SEPTEMBER MEI

OKTOBER

08 OKT 09 OKT

CLEANROOM TECHIEK CURSUS VCCN Woerden Doelstelling: kennis over alle facetten die een rol spelen bij de realisatie van een cleanroom. Van programma van eisen tot ingebruikname.

NOVEMBER

07

CLEANROOM SCHOONMAAK CURSUS VCCN Woerden Doelstelling: u bent in staat te beoordelen of een product te reinigen is en of er verbetermogelijkheden zijn ten aanzien van de reinigingskwaliteit.

13 NOV 20 NOV 21 NOV

CLEANROOM TESTEN EN CERTIFICEREN Woerden Belangstellenden 1,5 dag:13, en 20 nov Associate 2 dagen: 13, en 20 nov Professional: 13, 20 en 21 nov

05

CLEANROOM REINIGING CURSUS (CRC) Woerden Doelstelling: Na het volgen van de 1-daagse cursus bent u in staat een reinigingsprogramma op maat te maken en metingen uit te voeren en te beoordelen.

10

CLEANROOM GEDRAG CURSUS (CGC) Amersfoort Doelstelling: het vergroten van het bewustzijn van medewerkers over hun invloed op de luchtkwaliteit in de cleanroom.

09

CONTAMINATION CONTROL IN DE ZORG (MET BEDRIJVENMARKT) ‘t Spant Bussum Programma van 09.30 - 18.00 uur met een overzicht van de vizie en ontwikkelingen op het gebied van contamination control rond operatiekamers, CSA en isolatiekamers. Daarnaast is er de mogelijkheid tot het bezoeken van de bedrijvenmarkt.

DECEMBER

BIJEENKOMSTEN

DECEMBER

28

OKTOBER

(data en locaties onder voorbehoud) Bezoek voor meer informatie www.vccn.nl

NIEUWE BEDRIJFSLEDEN

NIEUWE LEDEN

AGENDA CURSUSSEN EN CONGRESSEN

11

CLEANROOM BEHAVIOUR COURSE (Engelstalig) Leiden Doelstelling: het vergroten van het bewustzijn van medewerkers over hun invloed op de luchtkwaliteit in een cleanroom.

BlueTerra Energy Experts BV Postbus 1094 3900 BB VEENENDAAL www.blueterra.nl

Hittech Multin BV Laan van Ypenburg 60 2497 GB ’S-GRAVENHAGE www.hittech.com

BCON Instruments BV Nieuwlandseweg 5 4697 RK SINT ANNALAND www.bcon-instruments.nl

Lamers High Tech Systems BV Postbus 46 6500 AA NIJMEGEN www.lamershts.com

Broekbakema Van Nelleweg 1 3044 BC ROTTERDAM www.broekbakema.nl

MedImmune Pharma BV Lagelandseweg 78 6545 CG NIJMEGEN www.medimmune.com

De Groot Installatiegroep Oost Opaalstraat 22 7554 TS HENGELO OV www.degrootgroep.nl

Procedent Benelux BV De Drie Kronen 31 1601 MT ENKHUIZEN www.procedent.nl

Eurofins Materials Science Netherlands B.V. Postbus 129 4900 AC OOSTERHOUT NB www.eurofinsEAG.com

NIEUW BEDRIJFSLID: Hittech Multin BV Bij system supplier Hittech Multin zijn ontwikkeling, value engineering, supply chain management en assemblage verenigd in één organisatie. Het verenigen van deze disciplines resulteert in synergie tussen denken en handelen, tussen uitvinden en bouwen, tussen creativiteit en praktijk en tussen high-tech en betaalbaarheid. We zijn gevestigd in een gloednieuw gebouw van 4.500 m² met een ultramoderne infrastructuur, waaronder een cleanroom van 650 m² en optische testruimtes. Hittech Multin is ISO 13485 gecertificeerd en FDA geregistreerd. Als u op zoek bent naar outsourcing van ontwikkeling of productie van semicon, medische of analytische/ optische producten, is Hittech Multin uw partner. www.hittech.com

NIEUW BEDRIJFSLID: Hittech Benelux Hettich Benelux produceert standaard en maatwerk producten die onder de naam Elbanton Special Products of Hettich Benelux wereldwijd in de markt gezet worden. De eigen engineersafdeling kan snel op de ontwikkelingen in de laboratoriumbranche inspringen en (eigen)producten aan de wensen van de klant aanpassen. De afdeling Service & Installatie voert het onderhoud van de apparatuur uit. De apparatuur is breed inzetbaar, maar de focus ligt voornamelijk op de sectoren: medisch, agro, voeding, farma en life science. Naast eigen producten levert Hettich Benelux ook apparatuur van merken als Andreas Hettich, Advanced Instruments, Erlab, Gram, Helmer, LaboGene, Liebherr, Memmert, Smeg en Systec. www.hettichbenelux.com

NIEUW BEDRIJFSLID: Broekbakema Wij geloven in de kracht van de natuur. De kracht van natuurlijke elementen als energiebron, als basis voor een gezond binnenklimaat en om hernieuwbare materialen te produceren. Wij ontwerpen laboratoria, productiefaciliteiten en cleanrooms die niet alleen technisch hoogwaardig zijn, maar ook een comfortabele werkplek vormen. Labomgevingen ontwerpen we altijd samen met gebruikers – live in een 3D-model. Functionaliteit is namelijk meer dan de perfecte aaneenschakeling van ruimtes en goed ingerichte labs: leefbaarheid is daar een belangrijk onderdeel van. Onze onderzoeksruimten zijn transparant, ruim en voorzien van daglicht én uitzicht. Bij Broekbakema staan wij voor “Architecture, powered by nature, to empower people.”


MAAK KENNIS M ONTWIKKELIN ET DE LAATSTE GEN & BEZOE K DE

BEDRIJVENM

ARKT

CONTAMINATION CONTROL IN DE GEZONDHEIDSZORG WOENSDAG 9 OKTOBER ‘T SPANT BUSSUM

Contamination Control in de Zorg: Een zorg meer of een zorg minder? Het landschap van richtlijnen rond operatiekamers, centrale sterilisatie afdelingen (CSA) en isolatiekamers is op vele manieren in beweging.

Welke kant gaat het op? Wat is verantwoorde zorg? Hoe zal de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd hier mee om gaan?

Met de verschillende beroepsverenigingen is gewerkt aan een CSA richtlijn. De periodieke revisie van VCCN Richtlijn 7 is ter hand genomen terwijl aan VCCN Richtlijn 8 de laatste hand wordt gelegd om in het najaar uit te worden gebracht. Ondertussen is de review van en discussie over de conceptrichtlijn luchtbehandeling in operatiekamers en behandelkamers in volle gang.

Op dit symposium over Contamination Control in de zorg wil VCCN een podium geven aan de vele stakeholders om een overzicht te geven van de visie op en ontwikkelingen in de dynamische wereld van belangrijke richtlijnen rond operatiekamers, CSA en isolatiekamers.

Parallel aan dit alles wordt er in CEN verband gewerkt aan een richtlijn voor ventilatie in ziekenhuizen. Geen wonder dat er verwarring ontstaat.

Het symposium heeft een dagvullend programma van 09.30 - 18.00 uur. Daarnaast is er de mogelijkheid tot het deelnemen aan of bezoeken van de bedrijvenmarkt. Houd de bijeenkomsten op www.vccn.nl in de gaten voor meer informatie!

WE SHARE THE KNOWLEDGE

Contamination Control Magazine editie 2-2019

29


CONTAMINATION CONTROL MAGAZINE | UITGAVE VAN VCCN | JAARGANG 32 | EDITIE 1-2019

COLOFON

C

2

MGZN

LEVENSCYCLUS GERICHT Reinigings- en dessinfectieprogramma’s risico gestuurd voorschrijven MONITORINGSPLAN aseptische productie steriele geneesmiddelen opstellen op basis van risicobeoordeling ENERGIEVERBRUIK: Hoe interessant is vraaggestuurde filtratie?

WE SHARE THE KNOWLEDGE Vereniging Contamination Control Nederland

Een uitgave van VCCN, Vereniging Contamination Control Nederland Jaargang 32 editie 2-2019 REDACTIE Philip van Beek Arthur Lettinga Ruud Wolters REDACTIE COÖRDINATIE Verenigingsbureau VCCN Korenmolenlaan 4 | 3447 GG Woerden T 088-401 06 50 v.vangent@vccn.nl ADVERTENTIEVERKOOP Bel voor de tarieven naar 088-401 06 50 of bezoek www.vccn.nl LIDMAATSCHAP Persoonlijk lidmaatschap € 50.- per jaar (incl. btw) Bedrijfslidmaatschap € 225.- per jaar (excl. btw) FOTOVERANTWOORDING Archief VCCN VORMGEVING Bareminded www.bareminded.nl VERANTWOORDING De realisatie van C2MGZN is zorgvuldig voorbereid, gepland en uitgevoerd. Desondanks kan VCCN geen verantwoordelijkheid aanvaarden voor eventuele onjuistheden. COPYRIGHTS Behoudens uitzondering door de Wet gesteld, mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende(n) op het auteursrecht niets uit deze uitgave verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, microfilm, of in enige digitale, elektronische of optische of andere vorm, hetgeen ook van toepassing is op de gehele of gedeeltelijke bewerking.

30


nze Ontdek o O7 nieuwe IS cleanroom

Initial Cleanrooms Alles goed geregeld!

P

Totaalconcepten afgestemd op uw industrie en cleanroomklasse

P

Professionele reiniging en sterilisatie van uw cleanroomkleding, moppen, clogs en goggles

P

Uitgebreid assortiment cleanroom disposables, uitgiftekasten, reinigingssystemen en toebehoren

P P P P P P P

In-house stoomsterilisatie Gevalideerde service en processen Naleving van de hoogste kwaliteitseisen Maximale traceerbaarheid en controle Volledig geĂŻmplementeerd contingency plan Proactieve monitoring middels custom-made managementrapportages Eigen logistiek netwerk in de BeNeLux

Wij geven u graag advies tel. +31 (0)40 2621692! www.initial-cleanrooms.com

Contamination Control Magazine editie 2-2019

31


DE

OS

CO N

NE CT –B

IU M

r

ESTE INNOVATIE C

GO ATE

AT OR

Te c h Aw a

OR

er

n NI

d

Win

2018

MAXIMALE MAXIMAAL VEILIGHEID RI

E

LA

B

Flow Bench De nieuwe standaard in Crossflow-techniek: W Maximale productbescherming W Maatwerkoplossing W Vervaardigd uit hoogwaardig RVS W Standaard uitvoerbaar met H13, H14 of U15 filter

Laminair Downflow Techniek

De standaard voor de veilige werkplek W Geen belemmeringen, maximale bewegingsvrijheid W Perfecte monitoring van de procesparameters W Volledig gedocumenteerd: QP, QMP, DQ, FAT, SAT, IQ & OQ

Ervaar in 2 minuten de meerwaarde van de innovatieve DENIOS Connect technologie.

32

Of ga voor meer informatie naar www.denios.nl of bel ons : +31 172 - 50 64 66 | : +32 3 - 312 00 87


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.